Dit voorwoord werd geschreven voor het boek Helios aan Zee, zeventig zomers op Zandvoort, dat gemaakt werd voor het 70-jarig jubileum van kampeervereniging Helios in 2008.
In de publicatie die verscheen bij het 50-jarig bestaan van Helios vertelt Herman Vos, de zoon van de eerste voorzitter, hoe een conflict met Bloemendaal de directe aanleiding vormde om Helios op te richten. De gemeente Bloemendaal had plannen om aan zee een luxe badplaats te ontwikkelen en daarin pasten geen ‘arbeider-kampeerders’. Dus moesten de twee bestaande kampeerverenigingen van het Bloemendaalse strand verdwijnen. Licht en Lucht heette de ene, Licht en Vrijheid de andere. De twee verenigingen organiseerden protestvergaderingen in Haarlem en Amsterdam, waar het overgrote deel van hun kampeerders woonde, en riepen pet advertentie ook de kampeerders van Zandvoort op hun stem te laten horen.
De kampeerders van Zandvoort hadden geen vereniging. Ze mochten op het zuiderstrand ’s ochtends hun tent opzetten op voorwaarde dat ze die ’s avonds weer mee naar huis namen. Als reactie op het kampeerverbod van Bloemendaal besloot de gemeente Zandvoort om op het noorderstrand, tegen de grens met Bloemendaal, voorzieningen te treffen voor kampeerders. Ook de kampeerders van het zuiderstrand, waartoe de familie Vos behoorde, moesten daar naartoe.
Herman: ‘Mijn vader, Nicolaas Johan Vos, las de advertentie en ging naar de protestvergadering. Niet omdat hij zo belust was op relschoppen, maar omdat hij als democraat in hart en nieren, en bovendien van jongs af in vakbondswerk opgeleid, het een onredelijke gang van zaken vond. Ik herinner mij nog dat hij thuiskomende van die vergadering vertelde dat de stemming nogal revolutionair was. Zijn en andere bijdragen in de discussie leidden ertoe dat hij in de, staande de vergadering, opgerichte kampeervereniging tot voorzitter van de te ondernemen acties werd gebombardeerd, met Jan Ruigrok als secretaris en als penningmeester Hans Kloos.’
Men schreef 1938. Crisistijd. Maar eveneens de tijd van plannen voor nieuwe woonwijken waar het ook voor ‘de gewone man’ gezond leven was. Zo kwamen in Amsterdam de Westelijke Tuinsteden tot stand en werd later de Bijlmer gebouwd. Veilig en gezond in het licht van de zon, ruim in het weldadige groen.
Vanuit dezelfde idee ontstonden rond de grote steden eerder al de volkstuincomplexen met namen als Nut en Genoegen en vakantiekolonies als die in Bakkum. En kampeerverenigingen als Licht en Lucht, Licht en Vrijheid en dus Helios, die haar leden, en vooral de kinderen en hun moeders, in de gelegenheid stelden een groot deel van het voorjaar en de zomer de benauwde behuizing driehoog-achter te verruilen voor een tenthuisje in het licht van de zon, de lucht van de zee, de ruimte van het strand.
Afgezien van de zeeman, die we van en naar IJmuiden zien varen, bestaat de mensheid uit twee soorten. De ene soort is die van de kustmens, de binnenlander is de andere soort. Die van Helios zijn de kustmensen, dat spreekt. Hoe anders ze zijn dan de rest van de mensheid valt te lezen en te zien in dit boek. Zie hoe ze, voor de camera van Henk, opgesteld staan bij hun huisje aan zee. Lees hoe ze hun dagen doorbrengen aan zee, de specifieke normen en waarden van hun vrijhaven aan zee, lees wat de vereniging voor hen betekent en wat zij doen voor de vereniging.
‘Kinderen’, zegt mevrouw De Dalie van 705, ‘kunnen het niet beter treffen dan opgroeien op het strand. Ze houden er hun leven lang een liefde voor de zee aan over.’ Ze heeft gelijk. Alleen in een heel ouderwets verhaal spelen de kinderen nog zo vrijmoedig en avontuurlijk als ze op het strand gewoon zijn te doen. Het moet de kust zijn, de vrijheid van de kust die dat mogelijk maakt.