Dit verhaal verscheen in 2008 in het boek ‘Helios aan Zee, Zeventig Zomers op Zandvoort’ dat werd gemaakt ter ere van het 70-jarig jubileum van Helios.
Door Sietse van der Hoek
Nog niet eens mei en het strand ligt al helemaal vol. Het is misschien wel het warmste april-weekend ooit. De afgelopen dagen zijn de units geplaatst. We zitten bij die van Reina helemaal aan het begin van Noord. Vlakbij ligt een groep jonge mannen in het zand rond een waterpijp. ‘Luister’, zegt een laatkomer terwijl hij zijn jasje uittrekt en zicht bij de groep voegt, ‘eerst ga ik een joint draaien’.
Een midden-twintiger staat op uit de kring en loopt naar het huisje van Reina en vraagt of hij even mag kijken. Een keurige jongeman, afkomstig uit Rotterdam, werkzaam in de IT-sector, vertelt hij, en zo’n huisje op het strand zou hij ook wel willen hebben. Hij was al eens bij Hoek van Holland wezen kijken, waar ze ook met zoiets bezig zijn. Maar sinds kort was hij overgeplaatst naar Amsterdam, en zocht hij in de buurt een huisje op het strand. ‘En hier wil ik iets’, wijst hij naar Rapa Nui en de andere beachclubs van Bloemendaal, ‘dit is de place to be‘. Hoe komt hij aan zo’n huisje op het strand en hoeveel moet het kosten?
‘Ja’, zegt Reina, ‘dat is nog niet zo eenvoudig’.
‘Hoezo niet eenvoudig?’ In de stem van de IT’er uit Rotterdam klinkt verbazing door. ‘Ik kan het toch kopen?’
‘Ja, maar…’
‘Ik wil er goed voor betalen, hoor.’
‘Dat is het punt niet. Je moet ook een plek hebben om op te staan.’
‘Ja, dat begrijp ik.’
‘En die is niet te koop.’
‘Niet te koop?’
‘Maar met een huisje…’
‘…heb je nog geen plek. Daarvoor moet je je aanmelden bij de vereniging. Alleen leden hebben recht op een plek.’
‘Ik kan me toch aanmelden als lid?’
‘Jawel, dat kan. Maar dan kom je op een wachtlijst en word je eerst donateur.’
Hoe lang die wachtlijst dan wel is, wil de IT’er weten.
‘Hoe lang hebben jullie gewacht?’ vraagt Reina aan ons.
‘Een jaar of zes’, zeg ik. ‘Tot dit jaar.’
‘Pas na zes jaar kregen jullie een plek toegewezen?’
‘Ja, en alleen dit jaar. Voor volgend jaar moeten we weer afwachten.’
Hij begrijpt er nu niets meer van.
Samen proberen we uit te leggen hoe het zit met donateurs en leden van de kampeervereniging Helios, de toewijding van plaatsen, de lijst, de aanschaf van een huisje, de winteropslag, enzovoort. De jongeman uit Rotterdam lijkt maar half te luisteren, of hij gelooft het verhaal niet helemaal. ‘Maar ik wil er goed voor betalen’, zegt hij nog een keer met een schuin oog naar Reina. ‘Ook al zou je er honderdduizend euro voor willen betalen’, zegt die, ‘dan heb je nog geen plek. Je zult echt moeten wachten tot je aan de beurt bent.’
‘Nee hoor, zo lang ga ik niet wachten’, zegt de IT’er, terwijl hij aanstalten maakt zich weer bij het groepje rond de waterpijp te voegen. ‘Hoe heette de vereniging ook alweer? Helios? Ik googel wel even wat.’ ‘Maar we hebben niet eens een website’, roepen we hem na. Ook dat geloof de IT’er uit Rotterdam niet.