In verband met het vernieuwen van het huishoudelijk reglement, lijkt het me juist nog eens te wijzen op een oud misverstand.
Door Fred van der Erf
We staan niet op het talud, want dan zou u eraf glijden. We staan op een verhoging die banket genoemd wordt. U mag ook van de dijk spreken. Het talud is de schuinte of de glooiing.
Dus we kamperen niet op het talud, maar op de dijk. We planten stro in het talud en met mooi weer zitten we voor op de dijk. We spreken dus ook niet meer in het begin van het seizoen van het uitzetten van de tentbreedte op het talud. Het is maar dat u het weet.
Dit zegt woordenboek Van Dale:
ta·lud [taaluut] het; o -s helling, glooiing aan de zijkant ve weg of dijk
dijk de; m -en 1 opgeworpen waterkering: dat zet geen zoden aan de ~ helpt niet 2 iets opvallends of imponerends: een ~ ve rol.
[poll id=”3″]